Meest gebruikte vloeistoffen zijn de normale zoutoplossingen (NaCl 0,9%) of andere commericeel verkrijgbare vloeistoffen voor wondreiniging, zoals Advacyn, Prontosan of Actimaris.    

De standaardinstelling op de Ulta unit is een inweektijd van 10 minuten. Dit kan je voor de meeste vloeistoffen aanhouden.

Het advies is te starten met de standaard instellingen die al op de Ulta zijn voorgeprogrammeerd.   De standaardinstellingen zijn: -125mmHg, 10 minuten inweektijd en 3,5 VAC Therapy.   Als er kwetsbaar weefsel aan de oppervlakte ligt, dan is het aan te raden met een wat latere druk te starten en deze in de loop van de therapie op te bouwen.

Zet de pomp uit, verwijder de Veralink cassette en de opvangbeker. Start de pomp opnieuw op, wanneer het beginscherm te zien is, eerst de opvangbeker opnieuw plaatsen en daarna de Veralink cassette terugplaatsen.

Naast de Veraflo of VAC folie is ook de Snap Securring erg geschikt.

Technisch kan dit en gaat op dezelfde manier als het maken van een brug met VAC Therapie. We adviseren alleen om bij Veraflo GEEN brugtechniek toe te passen. Naast dat er meer vloeistof nodig is, is er ook meer kans op lekkage.

We adviseren eerst te starten met Veraflo en daarna pas met VAC Therapie. Reden is de snellere vorming van granulatieweefsel en optimale reiniging. Hierdoor geef je een enorme boost aan de wondgenezing.   Redenen om met Veraflo te stoppen zijn bijvoorbeeld wanneer iemand thuis verder behandeld kan worden. In dit geval is VAC Therapie met de ActiVAC handiger. Daarnaast stop je wanneer je doelstelling van een rood, granulerend en schoon wondbed is bereikt.

Als de Ulta weer opnieuw wordt opgestart, zie je in het scherm QC- controlelijst en Therapie voortzetten. Selecteer Therapie voortzetten en dan Therapie instellingen. Vanuit daar kan je de keuze maken voor een andere therapie, bijvoorbeeld VAC Therapy of Prevena.